Watenabe is een stille en buitengewoon serieuze jonge student in Tokio. Hij is dol op Naoko, een mooie jonge vrouw, maar hun wederzijdse liefde wordt getekend door de tragische dood van hun beste vriend jaren geleden. Watenabe went aan het campusleven en de eenzaamheid en afzondering die hij daar ervaart, maar Naoko kan de druk en verantwoordelijkheid van het leven niet verdragen. Terwijl zij zich verder terugtrekt in haar eigen wereld, vindt Watenabe aansluiting bij de andere studenten en voelt hij zich aangetrokken tot een jonge, onafhankelijke en seksueel geëmancipeerde vrouw. Norwegian Wood is een indringend verhaal over romantiek en volwassenheid, over de onmogelijke en dappere liefde van een jonge man. Met deze prachtige en weemoedige roman brak Haruki Murakami door in Japan. |
Von Schirachs misdaadverhalen zijn topklasse
"Dilemma. Waar eindigt de waarheid, waar begint de verdichting ? De elf “verhalen” die strafpleiter Ferdinand von Schirach serveert, zijn ontstaan uit zijn rechtspraktijk. Maar de personages moeten onherkenbaar blijven. Dat zijn ze ook, door hun grote ongewone, en daarom alomgeldige waarde. ‘Misdaden’ balanceert voortdurend op de gespannen koord tussen true crime en de bijna surrealistische dwangmatigheid bij dader én slachtoffer. Onweerstaanbare drang krijgt in deze verhalen een nieuwe, humane betekenis. Want Von Schirach (de kleinzoon van de in Nuremberg veroordeelde leider der Hitlerjugend en oud-gouwleider van Wenen, Baldur von Schirach) ontpopt zich tot een nauwgezette chirurg van de diepste krochten der menselijke, verknipte geest.
Zijn stijl is naakt als botten, Kelvinkoud, ontdaan van elk epitheton, matematische observatie. De nulgraad van het misdaadverhaal. Niet de misdaad is belangrijk, niet de speurtocht, niet de sociale verwerking. Alleen het ongrijpbare motief telt. En daarom schrijft Von Schirach altijd vanuit het standpunt van de verdediging. Een mens doet wat een mens moet. Ook als dat tot kannibalisme leidt (“Liefde”), tot ultieme gewelduitbarsting (“Fähner”), tot wrede wraak (“Tanata’s Theekopje”), tot moord uit liefde (“De Cello”), tot gezichtsloze, secure eliminatie (“Noodweer”). Warme koelte, de nuchterheid van een advocaat met een uiterst breed gewetensdraagvlak – en met één enkel feilen: een grenzeloos vertrouwen in rechters die hij allen een hoog ethos toedicht.
Nooit heb ik zulke rapierscherpe ontbening gelezen van ongrijpbare moorden als in ‘Misdaden’. Von Schirach schrijft het zelf: “De Duitsers houden niet meer van pathos, daar hebben ze gewoon te veel van gehad”. Maar hij doet het met zulke groothartigheid en begrip voor de monomane geest (en de vaak geplette jeugdjaren), dat absurditeit een ander woord wordt voor mededogen. Von Schirach begrijpt dat de samenleving geen eenvormige massa is: er bestaan parallelle werelden naast en door elkaar, met eigen normen, die alleen maar botsen als ze uit zichzelf treden (en dus in de “gewone” wereld als wetsovertreding worden aangezien). Alleen nuchterheid is daartegen bestand: “Het voor de hand liggende is het meest waarschijnlijke”. En “het wijf of de centen”. De soberheid van de vereenvoudiging in motief en ontrafeling.
Daarmee overschrijdt de onderzoeker niettemin de grens van het vatbare, en komt hij terecht in een virtuele wereld, met een andere logica, een andere waardenschaal. Het is geen toeval dat ‘Misdaden’ geprangd zit tussen twee citaten: één van Heisenberg (en zijn onzekerheidsprincipe) en een pastiche van Magritte (de appel is geen appel. Appél is geen appél).
Von Schirach heeft een meesterlijke bundel geschreven. De rillingen die je voelt komen voort uit het ultieme besef dat werkelijkheid een maaksel is. En navenant wordt bijgekleurd."
Zijn stijl is naakt als botten, Kelvinkoud, ontdaan van elk epitheton, matematische observatie. De nulgraad van het misdaadverhaal. Niet de misdaad is belangrijk, niet de speurtocht, niet de sociale verwerking. Alleen het ongrijpbare motief telt. En daarom schrijft Von Schirach altijd vanuit het standpunt van de verdediging. Een mens doet wat een mens moet. Ook als dat tot kannibalisme leidt (“Liefde”), tot ultieme gewelduitbarsting (“Fähner”), tot wrede wraak (“Tanata’s Theekopje”), tot moord uit liefde (“De Cello”), tot gezichtsloze, secure eliminatie (“Noodweer”). Warme koelte, de nuchterheid van een advocaat met een uiterst breed gewetensdraagvlak – en met één enkel feilen: een grenzeloos vertrouwen in rechters die hij allen een hoog ethos toedicht.
Nooit heb ik zulke rapierscherpe ontbening gelezen van ongrijpbare moorden als in ‘Misdaden’. Von Schirach schrijft het zelf: “De Duitsers houden niet meer van pathos, daar hebben ze gewoon te veel van gehad”. Maar hij doet het met zulke groothartigheid en begrip voor de monomane geest (en de vaak geplette jeugdjaren), dat absurditeit een ander woord wordt voor mededogen. Von Schirach begrijpt dat de samenleving geen eenvormige massa is: er bestaan parallelle werelden naast en door elkaar, met eigen normen, die alleen maar botsen als ze uit zichzelf treden (en dus in de “gewone” wereld als wetsovertreding worden aangezien). Alleen nuchterheid is daartegen bestand: “Het voor de hand liggende is het meest waarschijnlijke”. En “het wijf of de centen”. De soberheid van de vereenvoudiging in motief en ontrafeling.
Daarmee overschrijdt de onderzoeker niettemin de grens van het vatbare, en komt hij terecht in een virtuele wereld, met een andere logica, een andere waardenschaal. Het is geen toeval dat ‘Misdaden’ geprangd zit tussen twee citaten: één van Heisenberg (en zijn onzekerheidsprincipe) en een pastiche van Magritte (de appel is geen appel. Appél is geen appél).
Von Schirach heeft een meesterlijke bundel geschreven. De rillingen die je voelt komen voort uit het ultieme besef dat werkelijkheid een maaksel is. En navenant wordt bijgekleurd."
Hieronder bevindt zich de taak waarvoor we een verhaal gelijkend op dat vanuit het boek moesten schrijven.
Het was vier jaar geleden nadat Yuri
zijn eerste criminele feit had gepleegd. Zijn beste vriend, Alexander, had het
hem een paar keer voor gedaan. Een gemakkelijk slachtoffer zoeken was het
moeilijkste, de rest ging vanzelf, beloofde Alexander hem. Ze stapten samen op de
tram richting Hoboken, zoals gewoonlijk was deze weer compleet gevuld.
Alexander keek even rond, zijn ogen vestigden zich op de eenzame oude vrouw die
met moeite zichzelf recht kon houden in de steeds wiegende tram. Yuri maakte
even oogcontact met Alexander en wist wat hem te doen stond. Hij stapte zo
onopvallend mogelijk naar de bejaarde dame, telde de seconden af eerdat de deur
openging, greep haar handtas beet en rende door de net geopende toegangsdeur
weg. Het was allemaal zo simpel, te simpel.
Niet dat het allemaal zoveel waard was, voor het geld was
het eigenlijk niet, hij had immers genoeg meegekregen van zijn familie in
Polen. Maar als illegaal was er tamelijk weinig te doen dus hierop hadden de
jongens hun eigen, aparte manier van leedvermaak gevonden. Na deze eerste keer
had Yuri de smaak te pakken. In het begin ging hij een paar keer per week samen
met Alexander op stap, en telkens kwamen
ze wel met iets kostbaar thuis.
Na een tijdje begon dit ‘spelletje’ hun echter ook te
vervelen. Ze besloten hierop dan maar om voor een grotere buit te gaan en de
spanning te vergroten dus besliste Alexander dat ze een inbraak zouden plegen
en hij wist alvast bij wie. De juwelier in de stad stond bekend als een norse,
arrogante man. Zijn eigendunk stoorde Alexander, hij was jaloers op de rijkdom
waarin de juwelier vertoefde. De dagen die daarop volgden ging Yuri samen met
Alexander het huis van de juwelier in de gaten houden. Ze ontdekten dat hij
elke zaterdag van 2 tot 4 alleen thuis was, dan zouden ze toeslaan. Het was
immers nodig dat hij thuis was, indien hij een kluis had moesten ze hem dwingen
om de code op te geven. Yuri had er al zin in.
Zo gezegd zo gedaan, om kwart voor één stonden de jongens
voor het huis van de man. Alexander had voor de zekerheid een honkbalknuppel in
zijn jas gestoken indien er iets misging. Ze klopten aan en de deur ging
vrijwel onmiddellijk open. “Wat moeten jullie?” vroeg de juwelier hen brutaal.
Alles ging opeens heel snel, ze duwden de juwelier opzij en drongen het huis
binnen. Er ontstond een kort gevecht waarop de man werd met een harde slag door
de honkbal knuppel op de schedel werd geraakt en roerloos op de grond bleef
liggen. Hij kende het antwoord al toen Alexander aan de nek van de man naar een
hartslag zocht. “Hij is dood” zei Yuri. “Ja” antwoordde Alexander. Yuri wilde
zo snel mogelijk wegvluchten maar Alexander bedaarde hem. “Niemand hoeft hier
achter te komen, we pakken de buit en zijn weg” kondigde Alexander aan.
…..
“Ik ben kapot” dacht Mark bij zichzelf toen hij een slok van
zijn derde koffie van die dag dronk. Het was al twee maanden geleden dat hij
nog een degelijke nachtrust had gehad. Hij moest steeds denken aan zijn vrouw
en kinderen die hem verlaten hadden en hij begon zichzelf te verwaarlozen.
Afgelopen nacht kreeg hij te horen dat de lokale juwelier brutaal vermoord was.
Mark had absoluut geen zin in deze zaak. Hij nam een laatste slok van zijn
koffie, betaalde zijn consumpties en verliet zonder iemand gedag te zeggen de
bistro.
Toen hij op de tram
stapte om naar zijn werk te gaan, lette hij nauwkeurig op alle mensen die op-
en afstapten. Dit deed hij al jaren. Mark probeerde altijd de levenssituaties
van mensen te achterhalen. Toen hij wilde afstappen, botste hij tegen een jonge
kerel. Hij droeg zijn broek bijna tot op zijn knieën, en een opvallend
gekleurde trui met een pools opschrift op zijn rug. Voordat Mark zijn excuses kon
aanbieden was de jongen al verdwenen. Mark stelde zich er verder geen vragen
bij en wandelde rustig naar het politiebureau waar hij, zoals gewoonlijk, meer
dan 10 minuten te laat aankwam.
Volgens zijn collega’s waren er geen vingerafdrukken of
dergelijk te vinden. Alle sporen waren uitgewist. Een buurtbewoner had de
politie gebeld toen hij de mannen had horen vechten. Toen de politie aankwam
waren de daders natuurlijk al lang verdwenen. De juwelier, een man van
48-jarige leeftijd, werd dood aangetroffen. Snel bleek dat er enkele spullen
verdwenen waren. Er waren wel beveiligingscamera’s aanwezig in het huis, dit
was immers nodig volgens de verzekeringen, hierop waarop twee jongemannen te
zien waren. Maar jammer genoeg waren de rechercheurs hier niets mee, aangezien
beide mannen een kap droegen. Plots viel er Mark iets op. Hij herkende de trui
die de linkse jongeman droeg meteen.
…..
“Shit!” riep Yuri. “Wat hebben we gedaan?” Alexander
antwoordde niet. “Wat als ze bewijs vinden?” piekerde Yuri nogmaals. “Ik wil
niet de rest van mijn leven doorbrengen in zo’n donkere cel.”. “Hou je mond,
Yuri” zei Alexander. “We hebben alle sporen gewist, ze vinden ons nooit.”. “Als
jij het zegt.” antwoorde Yuri onzeker. Ze deden beiden geen oog dicht die
nacht.
De volgende dag, toen Yuri van zijn gebruikelijke tram
afstapte werd hij meteen de boeien in geslagen en afgevoerd naar het
politiebureau. Daar werden eerst al zijn gegevens opgenomen in de database
voordat 2 agenten hem naar een kleine kamer met niet meer dan 2 stoelen en een
tafel in escorteerde.
…..
Ik had al even geen zaak meer gekregen, en al zeker geen met
zo een media aandacht. Het nieuws had in elke krant gestaan. Toen ik op het
bureau binnenkwam kreeg ik een kartonnen kaftje met alle gegevens in van de
zaak. Wie waren de verdachten, wie was het slachtoffer, enz. Ik las het snel
door en ging bij Yuri in de kamer zitten. Hij had nog steeds diezelfde trui aan
die ik herkende op de video. Yuri zijn wenkbrauwen zakten, en in zijn voorhoofd
kwamen rimpels. Ik zag er niet uit, en dat zag hij ook. Ik negeerde het en zei: Luister, het ziet er
niet goed uit voor je. Je bent herkent op de bewakingstape en er zijn nu
agenten onderweg om je makker op te halen. Ik wist dat dit niet waar was, maar tijdens
een ondervraging moet je nu eenmaal de verdachte onder druk zetten. Het zal
niet lang meer duren voor ze hem ook oppakken. Ik begon de gestolen voorwerpen
op te noemen. 2 gouden halskettingen, 4 paar oorbellen, … , en € 650 cash. Zo
laat je de verdachte blijken dat je weet wat je doet, hoor ik mijn instructor
nog zeggen. En tenslotte, een dode juwelier. Ik keek Yuri recht in de ogen. Hij
keek naar beneden. Wat er die dag gebeurt is, kan je niet meer veranderen, zei
ik, maar wat er nu nog gaat komen wel. Dat je de cel ingaat kan ik niet
vermijden. Dat je er meerdere jaren in blijf zitten ook niet. Maar ik kan er
wel voor zorgen of je in een ouderwetse gevangenis zit, of een moderne met
cellen met tv’s in. Waar je veel uit je cel mag, en waar je heel de week bezoek
mag ontvangen. Yuri keek nog steeds naar beneden. Het ligt allemaal aan jou,
zei ik. Toen leunde ik achterover in mijn stoel, in de hoop op een reactie. Die kwam er niet.
Goed, zei ik kort. Ik stond op en ging uit de kamer. Na een half uur ging ik
terug bij hem in de kamer zitten. Ik zei niets. Alexander, zei hij. Hij
mompelde een adres ergens in Antwerpen. Ik was verast dat hij zijn makker zo
snel prijsgaf. Niet zo veel later zat ook Alexander op het bureau. Hij werd
ondervraagt door een andere agent. Die namiddag werden de 2 mannen vervoerd
naar de gevangenis van Antwerpen. Toen
de dubbele deur van het bureau open zwaaide schrok ik van de media die op straat
stond. Tientallen flitsen van camera’s, tientallen micro’s die rondzwaaide, in
de hoop toch iemand aan het woord te krijgen. Heel het korps was nodig om de
menigte onder controle te houden. Yuri en Alexander werden in een busje gezet.
Toen heb ik ze niet meer gezien tot hun proces voorkwam. Ik zat rechts
achteraan in de rechtbank. Ze werden beiden beschuldigd van gekwalificeerde
doodslag. Zowel Yuri als Alexander pleitte schuldig. Ze kregen beide 18 jaar
celstraf. Nog geen jaar later pleegde Alexander zelfmoord. Hij liet een briefje
achter. Przepraszam, stond er op. Pools voor ‘sorry’. Yuri stierf in
gevangenschap aan een erfelijke ziekte die hij als kind al had, zonder het te
beseffen. Ze werden in Polen begraven, in het bijzijn van hun familie.
De inspiratie voor dit verhaal vonden we in het volgende krantenartikel:
DENDERMONDE - De aangehouden verdachte in de roofmoord op de juwelier in Lede, de 23-jarige Mustapha A. uit Sint-Gillis, heeft in de cel geprobeerd zelfmoord te plegen.
De jongeman kreeg verzorging en is aan de beterhand, zegt parketwoordvoerder Pascal Persoons. Het parket geeft verder geen informatie over de zelfmoordpoging. Op welke manier de verdachte zelfmoord wou plegen, wil de parketwoordvoerder niet meedelen.
De man zou naar het ziekenhuis van Dendermonde gebracht zijn, maar dat wil het parket niet bevestigen.
Mustapha A. blijft intussen ontkennen iets met de zaak te maken te hebben. Vrijdag verschijnt hij voor de raadkamer in Dendermonde. Die zal over zijn verdere aanhouding beslissen. Als zijn toestand dat niet toelaat, kan Mustapha A. voor de raadkamer vertegenwoordigd worden door zijn advocaat.
Het parket vermoedt dat Mustapha A. de bestuurder was van de vluchtwagen en dat er nog twee daders op de vlucht zijn. De ondervraging van Mustapha A. leverde voorlopig geen sporen op naar de andere daders, zei procureur des Konings Christian Du Four vanmorgen.
,,De verdachte ontkent de feiten en zegt geen weet te hebben van daders of mededaders. De zoektocht naar de andere betrokkenen heeft totnogtoe niets opgeleverd.'' Meer details over de resultaten van de autopsie op het slachtoffer maakt het parket nog niet bekend.
Brutale overval
De 58-jarige juwelier Eddy Sabbe is zaterdagavond tijdens een brutale overval in Lede om het leven gekomen. Even voor zes uur wou Sabbe zijn zaak in het centrum van Lede sluiten. Een buurvrouw zag hoe twee mannen, die zich verdacht gedroegen, de winkel binnendrongen terwijl een derde bleef zitten in een donkergroene Rover die vlakbij geparkeerd stond. Zij verwittigde de politie die snel ter plaatse was.
Toen politieagenten de winkel binnendrongen, namen de twee overvallers de vlucht langs de achterzijde van het gebouw. De agenten troffen de juwelier levenloos aan in een kamer achter de winkelruimte.
Mustapha A. werd een uur na de overval opgepakt, twee andere zijn voortvluchtig.
De man zou naar het ziekenhuis van Dendermonde gebracht zijn, maar dat wil het parket niet bevestigen.
Mustapha A. blijft intussen ontkennen iets met de zaak te maken te hebben. Vrijdag verschijnt hij voor de raadkamer in Dendermonde. Die zal over zijn verdere aanhouding beslissen. Als zijn toestand dat niet toelaat, kan Mustapha A. voor de raadkamer vertegenwoordigd worden door zijn advocaat.
Het parket vermoedt dat Mustapha A. de bestuurder was van de vluchtwagen en dat er nog twee daders op de vlucht zijn. De ondervraging van Mustapha A. leverde voorlopig geen sporen op naar de andere daders, zei procureur des Konings Christian Du Four vanmorgen.
,,De verdachte ontkent de feiten en zegt geen weet te hebben van daders of mededaders. De zoektocht naar de andere betrokkenen heeft totnogtoe niets opgeleverd.'' Meer details over de resultaten van de autopsie op het slachtoffer maakt het parket nog niet bekend.
Brutale overval
De 58-jarige juwelier Eddy Sabbe is zaterdagavond tijdens een brutale overval in Lede om het leven gekomen. Even voor zes uur wou Sabbe zijn zaak in het centrum van Lede sluiten. Een buurvrouw zag hoe twee mannen, die zich verdacht gedroegen, de winkel binnendrongen terwijl een derde bleef zitten in een donkergroene Rover die vlakbij geparkeerd stond. Zij verwittigde de politie die snel ter plaatse was.
Toen politieagenten de winkel binnendrongen, namen de twee overvallers de vlucht langs de achterzijde van het gebouw. De agenten troffen de juwelier levenloos aan in een kamer achter de winkelruimte.
Mustapha A. werd een uur na de overval opgepakt, twee andere zijn voortvluchtig.
_________________________________________________________________________________
Jens, Noah en ik hebben het boek ’s nachts komen de vossen door Cees Nooteboom gelezen. Het is een verhalenbundel die de Gouden Uil in 2010 heeft ontvangen. Het boek bestaat uit 8 verschillende verhalen die op het eerste zicht niks met elkaar gemeen hebben maar als je verder leest valt op dat de dood in elk verhaal centraal staat, en dan vooral hoe de personen die met de overledene in contact stonden hiermee omgaan. In het boek zelf is dit soms moeilijk te achterhalen waarover het nu werkelijk gaat doordat Nooteboom met veel symboliek en moeilijke woorden bepaalde situaties beschrijft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten